de kwaliteit

zelfst.naamw. (v.)

Uitspraak:	[kwaliˈtɛit]
Verbuigingen:	kwaliteiten (meerv.)

1) mate waarin iets goed of slecht is - Qualität (die ~)

De appels zijn dit jaar van goede kwaliteit. - Die Äpfel sind dieses Jahr von guter Qualität. kwaliteitskeurmerk - Qualtiätsprüfsiegel

2) goede eigenschap - Qualität (die ~)

veel kwaliteiten hebben - viele Qualitäten haben

© K Dictionaries Ltd.

de kwaliteit (v)	die Art ; die Beschaffenheit ; die Eigenschaft ; die Eignung ; die Fähigkeit ; die Kapazität ; das Können ; die Leistungsfähigkeit ; die Qualität ; der Sachverstand ; die Tauglichkeit
kwaliteit	Beschaffenheit ; Guete ; Guetegruppe ; Qualitaet

Bronnen: interglot; Download IATE, European Union, 2017.




NL: bekwaamheid
NL: capaciteit
NL: deugdelijkheid
NL: functie
NL: gesteldheid
NL: hoedanigheid
NL: ter zake kundigheid

NL: (waren) van de eerste kwaliteit DE: erster Güte, Qualität
NL: (hij heeft) vele (goede) kwaliteiten DE: viele gute Eigenschaften
NL: in mijn kwaliteit als voorzitter DE: (in meiner Eigenschaft) als Vorsitzender