Vertaal
Naar andere talen: • kennis > ENkennis > ESkennis > FR
Vertalingen kennis NL>DE

I de kennis

zelfst.naamw. (v.)
Uitspraak:  [ˈkɛnəs]

1) wat je weet of hebt geleerd - Kenntnis (die ~)
talenkennis - Sprachkenntnis
uitdrukking kennis van zaken hebben

2) deel van de uitdrukking: -
uitdrukking buiten kennis


II kennis

zelfst.naamw.
Uitspraak:  [ˈkɛnəs]
Verbuigingen:  kennissen (meerv.)

iemand die je kent - Bekannte (die/der ~)
Ik ken hem niet erg goed. Het is maar een kennis, geen vriend. - Ich kenne ihn nicht gut. Er ist nur ein Bekannter, kein Freund.

© K Dictionaries Ltd.

Overige bronnen
de kennis (v) die Bekannte ; die Bekannter ; die Bekanntschaft ; die Gelehrtheit ; die Kenntnis ; der Sachverstand ; das Wissen ; die Wissenschaft
kennis Aufklärung ; die, der Bekannte ; bewusstlos ; die Kenntnis ; Wissen ; das Wissen
Bronnen: interglot; Download IATE, European Union, 2017.; Wiktionary


Voorbeeldzinnen met `kennis`
Voorbeeldzinnen laden....


Synoniemen
NL: bekende
NL: bekende persoon
NL: bekenpersoon
NL: bewustzijn
NL: geleerdheid
NL: informatie
NL: sjoege
NL: weten

Uitdrukkingen en gezegdes
NL: kennis maken (met iemand) DE: Bekanntschaft machen
NL: zijn kennis van de wiskunde (is gering) DE: seine Kenntnisse in der Mathematik
NL: kennis van het Duits DE: Deutschkenntnisse
NL: kennis dragen (hebben) van iets DE: mit etwas bekannt sein
NL: Iemand kennis geven van iets DE: einem etwas mitteilen
NL: kennis krijgen van iets DE: von etwas Kenntnis bekommen
NL: kennis nemen van iets DE: Kenntnis von etwas nehmen, (voor kennisgeving aannemen) etwas zur Kenntnis nehmen
NL: (personen met elkaar) in kennis brengen DE: bekannt machen
NL: (nader met iemand) in kennis komen DE: bekannt werden
NL: van (met) iets in kennis gesteld worden DE: von etwas in Kenntnis gesetzt werden
NL: (iemand iets) ter kennis brengen DE: zur Kenntnis bringen
NL: kennis van zaken DE: Sachkenntnis, (van handelszaken) Geschäftskenntnis
NL: buiten mijn kennis DE: ohne mein Wissen
NL: bij (volle) kennis DE: bei vollem Bewußtsein
NL: (weer) bij kennis (komen) DE: zu sich
NL: een oude kennis van me DE: ein alter Bekannter (eine alte Bekannte) von mir
NL: kring van kennissen DE: Bekanntenkreis (der)
NL: kennis hebben met een meisje DE: mit einem Mädchen gehen