1. MWB
  2. Vertalen
  3. krabben (NL>DE)
Vertaal
Naar andere talen: • krabben > EN • krabben > ES • krabben > FR
Vertalingen krabben NL>DE

krabben

werkw.
Uitspraak:  [ˈkrɑbə(n)]
Verbuigingen:  krabde (verl.tijd ) heeft gekrabd (volt.deelw.)

met je nagels of iets scherps op je lichaam krassen - kratzen
Ik heb jeuk op mijn rug. Wil jij even krabben? - Mir juckt der Rücken. Würdest du mich eben kratzen?
uitdrukking achter je oren krabben

© K Dictionaries Ltd.

Overige bronnen
krabben (ww.) kratzen (ww.) ; Möhren schaben (ww.)
krabben (werkw.) kratzen ; schaben
krabben aus dem Grund brechen ; Ausbrechen ; CAD (Afkorting) ; kratzen ; schrappen ; Taschenkrebse ; vor Anker treiben ; über Grund schleppen
Bronnen: interglot; Wiktionary; Download IATE, European Union, 2017.


Voorbeeldzinnen met `krabben`
Voorbeeldzinnen laden....


Synoniemen
NL: krabbelen
NL: schrappen