Vertalingen klas NL>DE
de klas
zelfst.naamw. (v.)
| Uitspraak: | [klɑs] |
| Verbuigingen: | klassen (meerv.) |
1) groep leerlingen die samen les hebben -
Klasse (die ~) | in de eerste klas van de basisschool zitten - in die erste Klasse der Grundschule gehen |
 voor de klas staan
(=docent zijn) - vor der Klasse stehen
|
2) ruimte waar lesgegeven wordt -
Klasse (die ~), Klassenraum (der ~) | In de klas wordt niet gescholden of geschreeuwd! |
3) afdeling binnen het openbaar vervoer -
Klasse (die ~) | Eerste klas reizen met de trein is wel duur, maar wel comfortabel. - Mit dem Zug erster Klasse reisen ist wohl teuer, aber komfortabel. |
© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
| de klas (v) | die Klasse ; das Klassenlokal ; das Klassenzimmer ; das Schuljahr ; der Schulraum ; das Schulzimmer ; der Unterrrichtsraum |
Bron: interglot
Voorbeeldzinnen met `klas`
Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
NL: aardNL: categorieNL: classificatieNL: klasseNL: onderverdelingNL: ordeNL: rangNL: schooljaarNL: schoolklasNL: slag
