Vertalingen kapot NL>DE
kapot
bijv.naamw.
1) als iets beschadigd is of niet meer functioneert -
kaputt Mijn broek is kapot: er zit een gat in. - Meine Hose ist kaputt: Es ist ein Loch darin. een kapotte auto laten repareren in de garage - ein kaputtes Auto in der Werkstatt reparieren lassen |
2) als iemand doodmoe is -
ausgelaugt , kaputt Ik heb heel hard gewerkt en ben nu helemaal kapot. - Ich habe sehr hart gearbeitet und bin jetzt total kaputt. |
3) deel van de uitdrukking: -
niet kapot zijn van (=niet erg mooi of aangenaam vinden) - von etwas nicht begeistert sein
Ik ben niet kapot van dat boek. - Ich bin nicht begeistert von dem Buch.
|
4) deel van de uitdrukking: -
kapot zijn van (=erg veel verdriet hebben door (iets)) - von etwas erschlagen sein
Ik ben er kapot van dat hij dood is. - Ich bin von seinem Tod erschlagen.
|
5) deel van de uitdrukking: -
zich kapot... (=heel erg...) - sich kaputt...
Ik verveel me hier kapot. - Ich langweile mich hier kaputt.
|
© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
kapot | in Scherben ; zerrissen ; zerbrochen ; zerbrochen ; unterbrochen ; schadhaft ; ramponiert ; kaputtgebrochen ; kaputt ; kaputt ; in Stücken ; gebrochen ; gebrochen ; entzwei ; durchgebrochen ; defekt ; defekt ; beschädigt ; beschädigt ; angeschlagen ; fehlerhaft |
Bronnen: interglot; Wiktionary; Wikipedia
Voorbeeldzinnen met `kapot`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
NL: aan schervenNL: aan stukkenNL: afgepeigerdNL: beschadigdNL: buiten dienstNL: defectNL: diep bedroefdNL: gebarstenNL: gebrokenNL: geruineerdUitdrukkingen en gezegdes
NL: kapot huwelijk
DE: verwüstete EheNL: kapotte jurk
DE: zerrissenes KleidNL: kapotte ruit
DE: zerbrochene, zerschlagene FensterscheibeNL: kapotte schoenen
DE: schadhafte SchuheNL: kapotgaan
DE: kaputt, in Stücke gehen, entzweigehen, (breken) zerbrechen, (scheuren) zerreißen