Vertalingen KAS NL>DE
kas
zelfst.naamw.
Uitspraak: | [kɑs] |
Verbuigingen: | kassen (meerv.) |
1) gebouw van glas voor het kweken van planten en groenten -
Treibhaus (das ~) tomaten kweken in warme kassen - Tomaten in warmen Treibhäusern züchten |
2) plaats waar geld bewaard wordt -
Kasse (die ~) Ik heb nog 10 euro in kas. - Ich habe noch 10 Euro in der Kasse. |
slecht bij kas zitten (=weinig geld hebben) - knapp bei Kasse sein
Ik stel die aankoop nog even uit, want ik zit slecht bij kas. - Ich warte mit dem Kauf noch, denn ich bin knapp bei Kasse.
|
© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
de kas | das Gewächshaus ; die Kasse ; das Treibhaus |
KAS (Afkorting) | KAS (Afkorting) |
kas | Gewächshaus ; Kassa ; Kasse ; Kassenguthaben ; Vortreibhaus ; Warmhaus |
Bronnen: interglot; Download IATE, European Union, 2017.
Voorbeeldzinnen met `KAS`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
NL: broeikasNL: contantenNL: geldkistjeNL: kassaUitdrukkingen en gezegdes
NL: slecht bij
kas (zijn)
DE: knapp bei KasseNL: het totale bedrag in
kas
DE: der KassenbestandNL: de
kas controleren, opnemen
DE: die Kasse revidierenNL: de
kas houden
DE: die Kasse führenNL: de
kas opmaken
DE: die Kasse, den Kassenbestand aufnehmenNL: het opmaken van de
kas
DE: Kassenaufnahme (die)NL: 's rijks
kas
DE: die StaatskasseNL: groente uit de
kas
DE: Treibhausgemüse (das)