Vertaal
Naar andere talen: • kaken > ENkaken > ESkaken > FR
Vertalingen kaken NL>DE
kaken (ww.) ausnehmen (ww.)
kaken (werkw.) ausnehmen
kaken (mv.) Kiefer (mv.)
kaken ausnehmen ; Backen ; kehlen ; Schiffszwieback
Bronnen: interglot; Wiktionary; Download IATE, European Union, 2017.


Voorbeeldzinnen met `kaken`
Voorbeeldzinnen laden....


Synoniemen
NL: uitsnijden