Vertalingen handwerk NL>DE
het handwerk
zelfst.naamw.
| Uitspraak: | [ˈhɑntwɛrk] |
| Verbuigingen: | handwerken (meerv.) |
1) iets dat van stof en wol, garen e.d. gemaakt is of wordt -
Handarbeit (die ~) | een handwerkje borduren - eine Handarbeit besticken |
2) iets dat handgemaakt is -
Handarbeit (die ~), Handanfertigung (die ~) | De meubels zijn duur want ze zijn handwerk. - Die Möbel sind teuer, weil sie in Handarbeit gefertigt wurden. |
© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
| het handwerk | die Handarbeit |
| handwerk | Handarbeit ; Handwerk |
Bronnen: interglot; Download IATE, European Union, 2017.
Voorbeeldzinnen met `handwerk`
Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
NL: ambachtNL: borduurwerkUitdrukkingen en gezegdes
NL: fraaie
handwerken
DE: feinere HandarbeitenNL: een
handwerk leren
DE: ein Handwerk lernenNL: een
handwerk uitoefenen
DE: ein Gewerbe treiben
