Vertalingen hiel NL>DE
de hiel
zelfst.naamw. (m.)
Uitspraak: | [hil] |
Verbuigingen: | hielen (meerv.) |
achterste deel van je voet, of deel van een kous die dat stuk voet bedekt -
Ferse (die ~) op je hielen lopen als je teen bloedt - auf den Fersen laufen, wenn die Zehen bluten een gat in de hiel van je sok hebben - in der Socke ein Loch an der Ferse haben |
iemand op de hielen zitten (=vlak achter iemand zijn die wegrent of wegrijdt) - jemandem auf den Fersen sein
De politie zat de bankrover op de hielen - Die Polizei ist dem Bankräuber auf den Fersen.
|
je hielen lichten (=weggaan) - sich aus dem Staub machen
|
© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
de hiel (m) | die Ferse ; die Hacke ; der Hacken |
de hiel | die Ferse |
hiel | Bodenübergang ; Ferse ; Fußplatte ; Stevenhacke ; Wulstfuss |
Bronnen: Wiktionary; interglot; Trueterm; Download IATE, European Union, 2017.
Voorbeeldzinnen met `hiel`

Voorbeeldzinnen laden....
Uitdrukkingen en gezegdes
NL: Iemand op de
hielen zitten
DE: einem auf den Fersen seinNL: de
hielen lichten
DE: die Fersen zeigen