de hemel

zelfst.naamw. (m.)

Uitspraak:	[ˈheməl]
Verbuigingen:	hemelelen (meerv.)

1) ruimte boven de aarde - Himmel (der ~)

een strakblauwe hemel - ein strahlend blauer Himmel

onder de blote hemel slapen (=in de openlucht slapen) - unter freiem Himmel schlafen

2) woonplaats van God en de goede mensen die na hun dood door God uitgekozen zijn ^religie - Himmel (der ~), Paradies (das ~)

iemand de hemel in prijzen (=iemand heel erg prijzen) - jemanden in den Himmel preisen

de hemel op aarde (=zeer gelukkige toestand) - der Himmel auf Erden

© K Dictionaries Ltd.

de hemel (m)	die Ewigkeit ; das Firmament ; der Himmel ; die Himmelkuppel ; das Jenseits ; das Paradies ; die Zinne
hemel	Luft

Bronnen: interglot; Omegawiki.org




NL: baldakijn
NL: firmament
NL: hemelkoepel
NL: hiernamaals
NL: lucht
NL: paradijs
NL: zwerk

NL: hemel en aarde bewegen DE: Himmel und Hölle (Erde) in Bewegung setzen
NL: in 's hemels naam DE: um (des) Himmels willen
NL: ten hemel DE: gen Himmel
NL: goeie hemel! DE: ach du lieber Himmel!