Vertalingen gluren NL>DE
gluren
werkw.
Uitspraak: | [ˈxlyrə(n)] |
Verbuigingen: | gluurde (verl.tijd ) heeft gegluurd (volt.deelw.) |
stiekem kijken naar (iets of iemand) -
gucken , lauern , spähen , schielen Hij gluurde door een kier van het gordijn van de paskamer naar de vrouw die lingerie stond te passen. - Er schielte durch eine Spalte des Vorhangs der Umkleidekabine, um der Frau beim Anprobieren der Unterwäsche zuzusehen. De kat zit naar de vogeltjes te gluren. - Die Katze lauert den Vögeln auf. |
© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
gluren (ww.) | belauern (ww.) ; blinzeln (ww.) ; gucken (ww.) ; heimlich beobachten (ww.) ; heimlich schauen (ww.) ; lauern (ww.) ; linsen (ww.) ; lugen (ww.) ; schnüffeln (ww.) ; spionieren (ww.) |
gluren (werkw.) | schielen ; spähen |
Bronnen: interglot; Wikipedia; Wiktionary
Voorbeeldzinnen met `gluren`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
NL: beglurenNL: kijkenNL: piepenNL: stiekem kijken