Vertalingen genoeg NL>DE
genoeg
pronoun
1) voldoende -
ausreichend , genug meer dan genoeg glazen voor de borrel hebben - Mehr als genug Gläser für den Umtrunk haben handig genoeg zijn om een tafel te maken - ausreichend geschickt sein, um einen Tisch anzufertigen |
(schoon) genoeg van iets hebben (=iets (helemaal) niet meer willen) - genug haben von etwas
Ik heb schoon genoeg van zijn onhebbelijke opmerkingen. - Ich habe genug von seinen taktlosen Anmerkungen.
|
2) deel van de uitdrukking: -
jammer genoeg (=<je zegt dit als je iets erg jammer vindt>) - leider
Door ziekte gaat de vakantie jammer genoeg niet door. - Wegen der Krankheit wird aus dem Urlaub leider nichts.
|
© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
genoeg (ww.) | genügen (ww.) ; ausreichen (ww.) |
genoeg (tussenwerpsel) | genug |
genoeg | fröhlich ; zufrieden ; hinreichend ; glücklich ; gesättigt ; genug ; befriedigt ; befriedigend ; ausreichend ; ach ; weh ; leider ; der im Überfluss ; bedauerlicherweise |
Bronnen: Wikipedia; Wiktionary; interglot
Voorbeeldzinnen met `genoeg`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
NL: bastaNL: bevredigdNL: bevredigendNL: genoegzaamNL: in overvloedNL: moeNL: stopNL: sufficiëntNL: tevredenNL: toereikendUitdrukkingen en gezegdes
NL: (meer dan)
genoeg van iets krijgen
DE: etwas satt bekommenNL: er maar niet
genoeg van kunnen krijgen naar iets te kijken
DE: sich an etwas nicht satt sehen können