Vertaal
Naar andere talen: • friemelen > ENfriemelen > ESfriemelen > FR
Vertalingen friemelen NL>DE

friemelen

werkw.
Uitspraak:  [ˈfrimələ(n)]
Verbuigingen:  friemelde (verl.tijd ) heeft gefriemeld (volt.deelw.)

onrustig met je vingers bewegen - herumspielen
zenuwachtig friemelen aan je zakdoek - nervös an seinem Taschentuch herumspielen

© K Dictionaries Ltd.

Overige bronnen
friemelen (ww.) angrapschen (ww.) ; fummeln (ww.) ; herumfingern (ww.) ; herumzappeln (ww.) ; tatschen (ww.) ; zappeln (ww.)
Bronnen: interglot; Wikipedia


Voorbeeldzinnen met `friemelen`
Voorbeeldzinnen laden....


Synoniemen
NL: foezelen
NL: frommelen
NL: frunniken
NL: frutselen