Vertaal
Naar andere talen: • foezelen > ENfoezelen > ESfoezelen > FR
Vertalingen foezelen NL>DE
foezelen (ww.) angrapschen (ww.) ; fummeln (ww.) ; herumfingern (ww.) ; tatschen (ww.)
Bron: interglot


Voorbeeldzinnen met `foezelen`
Voorbeeldzinnen laden....


Synoniemen
NL: friemelen
NL: frunniken