Vertalingen eenmaal NL>DE
eenmaal
bijwoord
1) één keer -
einmal Eenmaal, andermaal, verkocht. (=<woorden waarmee een veilingmeester vaststelt dat iemand iets heeft gekocht>) - Zum Ersten, zum Zweiten, zum Dritten. Verkauft.
|
2) op een bepaald moment is het verleden of in de toekomst -
einmal Als ik eenmaal met pensioen ben, dan ga ik een grote reis maken. - Wenn ich einmal pensioniert bin, werde ich eine große Reise machen. Toen ze dat eenmaal had gezegd, wilde hij altijd bij haar blijven. - Als sie das einmal gesagt hatte, wollte er immer bei ihr bleiben. |
3) <om aan te geven dat iets niet meer te veranderen is>
-
einmal Die dingen gaan nu eenmaal zo. - Das ist nun einmal der Lauf der Dinge. |
© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
Bron: interglot
Voorbeeldzinnen met `eenmaal`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
NL: eensNL: ooitNL: weleensUitdrukkingen en gezegdes
NL: eenmaal, andermaal, ten derden male
DE: zum ersten, zum zweiten, zum dritten Male