Vertalingen deel NL>DE
het deel
zelfst.naamw.
Uitspraak: | [del] |
Verbuigingen: | delen (meerv.) |
1) elk van de onderdelen van een geheel -
Satz (der ~), Teil (der ~), Bestandteil (das ~) een muziekstuk met vier delen - ein Musikstück in vier Sätzen Dat boek verschijnt in twee delen. - Das Buch erscheint in zwei Teilen. Een deel van het leger ging op de vlucht. - Ein Teil der Armee flüchtete. |
deel uitmaken van (=een deel zijn van) - Teil von ... sein
deel uitmaken van het personeel van een bedrijf - zum Firmenpersonal gehören
|
ten dele (=voor een deel, niet helemaal) - zum Teil
We hebben ten dele gedaan wat we van plan waren. - Wir haben zum Teil getan, was wir geplant hatten.
|
2) deel van de uitdrukking: -
iemand ten deel vallen (=krijgen, ontvangen) - zuteilwerden
Er is mij een erfenis ten deel gevallen. - Mir wurde eine Erbschaft zuteil.
|
© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
het deel | das Teil ; das Stück ; der Anteil |
de deel | das Glied ; der Erbe ; der Druck ; die Dreschboden ; das Bruchteil ; der Band ; die Ausgabe ; die Auflegung ; die Auflage ; der Abschnitt |
deel | Teilband ; die Tenne ; Teilstück ; Aktenband ; Teil eines Stückes ; der Teil ; das Teil ; Teil ; Register ; Planke ; Jahrgang ; Holzscheibe ; Heft ; der Teil ; die Deele ; Bände (Afkorting) ; Bohle ; Band |
Bronnen: Antiquarian Dictionary; Wikipedia; interglot; Download IATE, European Union, 2017.; Wiktionary
Voorbeeldzinnen met `deel`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
NL: aandeelNL: bandNL: basisbestanddeelNL: bestanddeelNL: boekdeelNL: componentNL: dorsvloerNL: elementNL: erfdeelNL: erfenisUitdrukkingen en gezegdes
NL: deel hebben aan, in
DE: Teil, Anteil haben an (3), beteiligt sein beiNL: in genen dele
DE: keineswegsNL: ten
deel vallen
DE: zuteil werdenNL: ten dele, voor een
deel
DE: zum TeilNL: voor het grootste
deel
DE: zum größten Teil DE: (plank) Diele (die) DE: (dorsvloer) Tenne (die)