I direct

bijv.naamw.

Uitspraak:

[diˈrɛkt]

zonder dat er iets tussen zit - direkt

direct licht - direktes Licht

een directe treinverbinding (=een treinreis zonder op een andere trein te moeten overstappen) - eine direkte Zugverbindung

directe taal (=taal waarbij je meteen zegt wat je wilt) - direkte Sprache Sommige mensen vinden directe taal niet prettig. - Manche Menschen finden eine direkte Sprache unangenehm.

II direct

bijwoord

Uitspraak:

[dɪˈrɛkt]

zonder te wachten - direkt , sofort

Je moet direct komen. - Du musst direkt kommen.

© K Dictionaries Ltd.

direct

noch einen Moment ; unverblümt ; unmittelbar ; ungeschminkt ; sonnenklar ; sogleich ; sofortig ; sofort ; schnurgerade ; schnell ; schleunig ; rasch ; offensichtlich ; klar ; kerzengerade ; hastig ; gleich ; geschwind ; geradlinig ; flink ; direkt ; direkt ; deutlich ; augenblicklich ; auf der Stelle ; gerade

Bronnen: interglot; Wiktionary; Wikipedia




NL: aanstonds
NL: acuut
NL: dadelijk
NL: duidelijk
NL: gaarne
NL: gauw
NL: gelijk
NL: gezwind
NL: linea recta
NL: live

NL: direct daarna DE: unmittelbar, gleich danach
NL: directe levering DE: sofortige Lieferung
NL: direct noch indirect DE: weder mittelbar noch unmittelbar
NL: directe rede DE: direkte, wörtliche Rede
NL: voor direct gevraagd DE: für sofort gesucht