Vertalingen bijwonen NL>DE
bijwonen
werkw.
| Uitspraak: | [ˈbɛiwonə(n)] |
| Verbuigingen: | woonde bij (verl.tijd ) heeft bijgewoond (volt.deelw.) |
aanwezig zijn bij -
besuchen , beiwohnen | een theatervoorstelling bijwonen - einer Theatervorstellung beiwohnen |
© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
| bijwonen (ww.) | anwesend sein (ww.) ; beiwohnen (ww.) |
| bijwonen (werkw.) | miterleben |
| bijwonen | besuchen |
Bronnen: interglot; Wiktionary; Omegawiki.org
Voorbeeldzinnen met `bijwonen`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
NL: aanwezig zijnNL: volgenUitdrukkingen en gezegdes
NL: het
bijwonen van een concert
DE: der Besuch eines Konzerts