Vertalingen bevallen NL>DE
bevallen
werkw.
| Uitspraak: | [bəˈvɑlə(n)] |
| Verbuigingen: | beviel (verl.tijd ) is bevallen (volt.deelw.) |
1) een kind krijgen -
gebären | bevallen van een dochter - eine Tochter geboren haben |
2) prettig vinden -
gefallen | Je toon bevalt me niet. - Dein Ton gefällt mir nicht. |
© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
| bevallen (ww.) | gebären (ww.) ; zur Welt bringen (ww.) ; verzaubern (ww.) ; verlocken (ww.) ; verleiten (ww.) ; verführen (ww.) ; reizen (ww.) ; rechtmachen (ww.) ; passen (ww.) ; gefallen (ww.) ; erfreuen (ww.) ; entzücken (ww.) ; entbinden (ww.) ; bezaubern (ww.) ; betören (ww.) ; bestricken (ww.) ; bestechen (ww.) ; anlocken (ww.) |
| bevallen (werkw.) | gebären |
| bevallen | behagen |
Bronnen: interglot; Wikipedia; Wiktionary
Voorbeeldzinnen met `bevallen`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
NL: aangenaam aandoenNL: aansprekenNL: aanstaanNL: barenNL: behagenNL: bekorenNL: conveniërenNL: gelievenNL: neerkomenNL: plezierenUitdrukkingen en gezegdes
NL: het is me goed
bevallen
DE: es hat mir gut gefallen DE: (van kind) (mit einem Kinde) niederkommen, (von einem Kind) entbunden werdenNL: zij moet
bevallen
DE: sie ist guter Hoffnung