I het bestaan

zelfst.naamw.

Uitspraak:

[bəˈstan]

het (er) zijn - Dasein (das ~)

een sober bestaan leiden - ein trauriges Dasein fristen niet van zijn bestaan afweten - seine Existenz verleugnen

II bestaan

werkw.

Uitspraak:	[bəˈstan]
Verbuigingen:	bestond (verl.tijd ) heeft bestaan (volt.deelw.)

er zijn - bestehen

Kabouters bestaan niet. - Heinzelmännchen bestehen nicht. geen misverstanden ergens over laten bestaan - keine Missverständnisse über etwas bestehen lassen

Hoe bestaat het! (=<dat zeg je als je je heel erg verbaast>) - Wie ist das möglich!

© K Dictionaries Ltd.

bestaan (ww.)	besteht (ww.) ; existieren (ww.) ; Fortbestehen (ww.)
bestaan (werkw.)	bestehen ; bestehen aus ; geben
het bestaan	das bestehen ; das dasein ; die Existenz ; die Leben ; der Lebenswandel ; das Sein
bestaan	aus ; Dasein ; es gibt

Bronnen: interglot; Wiktionary; Trueterm; Wikipedia; Download IATE, European Union, 2017.




NL: ben
NL: bent
NL: bestaat
NL: brood
NL: existentie
NL: existeren
NL: inhouden
NL: is
NL: kunnen
NL: leven

NL: er bestaat een groot verschil DE: es gibt einen großen Unterschied
NL: dat bestaat niet DE: das ist nicht möglich, das kann nicht bestehen
NL: spoken bestaan niet DE: es gibt keine Gespenster
NL: het vijftigjarig bestaan (van de vereniging) DE: das fünfzigjährige Bestehen
NL: middel van bestaan DE: Erwerbsmittel (das)
NL: recht van bestaan DE: Daseinsberechtigung (die)
NL: de strijd om het bestaan DE: der Kampf ums Dasein
NL: een goed bestaan (hebben) DE: ein gutes Auskommen
NL: geen zeker bestaan (hebben) DE: keine sichere Existenz
NL: zijn bestaan vinden in DE: sein Brot verdienen mit