Vertalingen autochtoon NL>DE
I de autochtoon
zelfst.naamw. (m.)
| Uitspraak: | [ɑutɔxˈton] |
| Verbuigingen: | autochtoontonen (meerv.) |
iemand die geboren is in het land waarin hij woont -
Eingeborene (die/der ~) II autochtoon
bijv.naamw.
geboren in het land waarin je woont -
Einheimische (die/der ~) | de autochtone bevolking van Amsterdam - die einheimische Bevölkerung Amsterdams |
© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
| de autochtoon (m) | autochthon ; der Autochthone |
| de autochtoon | autochton ; eingeboren ; der Eingeborene ; einheimisch ; der Einheimische ; der Einheimischer ; der Einwohner ; der Inländer ; inländisch (znw.) ; der Ureinwohner |
| autochtoon | autochthon ; autochton ; bodenständig ; indigen |
Bronnen: Wiktionary; mwb; interglot; Wikipedia; Download IATE, European Union, 2017.
Voorbeeldzinnen met `autochtoon`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
NL: inboorlingNL: ingeboreneNL: inheemsNL: inlanNL: inlands