Vertalingen afstemmen NL>DE
afstemmen (ww.) | einsetzen (ww.) ; zurückweisen (ww.) ; verwerfen (ww.) ; verweigern (ww.) ; starten (ww.) ; installieren (ww.) ; initiieren (ww.) ; inaugurieren (ww.) ; importieren (ww.) ; hineinstecken (ww.) ; gleichschalten (ww.) ; gleichrichten (ww.) ; führen (ww.) ; eintippen (ww.) ; einspeisen (ww.) ; eingeben (ww.) ; einführen (ww.) ; einbauen (ww.) ; ausschlagen (ww.) ; abweisen (ww.) ; abstimmen (ww.) ; abschlagen (ww.) ; ablehnen (ww.) |
het afstemmen | die Feineinstellung ; das Einstellen ; die Abstimmung |
afstemmen | abstimmen ; regulieren ; Geräteabgleich |
Bronnen: interglot; Download IATE, European Union, 2017.; cibg.be
Voorbeeldzinnen met `afstemmen`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
NL: aanpassenNL: afketsenNL: afkeurenNL: afstellenNL: afstellingNL: afstemmingNL: afwijzenNL: bijstellenNL: gelijkschakelenNL: inregelen