Vertaal
Naar andere talen: • apostel > ENapostel > ESapostel > FR
Vertalingen apostel NL>DE

de apostel

zelfst.naamw. (m.)
Uitspraak:  [aˈpɔstəl]
Verbuigingen:  -en, -s (meerv.)

één van de twaalf leerlingen van Jezus - Apostel (der ~)
de apostel Paulus - der Apostel Paulus

© K Dictionaries Ltd.

Overige bronnen
de apostel (m) der Apostel ; die Apostelin ; der Jünger
Bronnen: interglot; Wikipedia


Voorbeeldzinnen met `apostel`
Voorbeeldzinnen laden....


Synoniemen
NL: discipel

Uitdrukkingen en gezegdes
NL: de twaalf apostelen DE: die zwölf Apostel, Jünger