Vertalingen afdingen NL>DE
afdingen
werkw.
Uitspraak: | [ˈɑvdɪŋə(n)] |
Verbuigingen: | dong af (verl.tijd ) heeft afgedongen (volt.deelw.) |
minder geld willen geven dan gevraagd -
handeln Wie goed kan afdingen, houdt veel geld over. - Wer gut handeln kann, spart viel Geld. |
Daar valt niets op af te dingen. (=dat is helemaal waar) - Dagegen kann man nichts machen.
|
© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
afdingen (ww.) | abfeilschen (ww.) ; abhandeln (ww.) ; feilschen (ww.) ; handeln (ww.) ; herunterhandeln (ww.) ; markten (ww.) ; unterhandeln (ww.) |
het afdingen | das Gefeilsche |
Bronnen: interglot; Wikipedia
Voorbeeldzinnen met `afdingen`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
NL: afknibbelenNL: afpingelarijNL: afpingelenNL: dingenNL: geritselNL: gesjacherNL: handjeklapNL: marchanderenNL: onderhandelenNL: pingelenUitdrukkingen en gezegdes
NL: op de prijs
afdingen
DE: am Preise herunterhandeln