Vertalingen afdingen NL>EN
afdingen
werkw.
Uitspraak: | [ˈɑvdɪŋə(n)] |
Verbuigingen: | dong af (verl.tijd ) heeft afgedongen (volt.deelw.) |
minder geld willen geven dan gevraagd -
bargain, haggle, beat down Wie goed kan afdingen, houdt veel geld over. - A little haggling can save a lot of money. |
Daar valt niets op af te dingen. (=dat is helemaal waar) - Nothing to be said against it.
|
© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
afdingen (ww.) | to bargain ; to haggle ; to haggling ; to mediate ; to negotiate |
het afdingen | the bartering ; the shady dealings |
Bron: interglot
Voorbeeldzinnen met `afdingen`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
NL: afknibbelenNL: afpingelarijNL: afpingelenNL: dingenNL: geritselNL: gesjacherNL: handjeklapNL: marchanderenNL: onderhandelenNL: pingelen