Vertalingen aanduiden NL>DE
aanduiden
werkw.
Uitspraak: | [ˈandœydə(n)] |
Verbuigingen: | duidde aan (verl.tijd ) heeft aangeduid (volt.deelw.) |
1) duidelijk maken -
andeuten Zijn trillende handen duiden aan dat hij zenuwachtig is. - Seine zitternden Hände deuten an, dass er nervös ist. |
2) aanstellen, benoemen -
benennen een nieuwe kabinetschef aanduiden - einen neuen Kabinettschef benennen |
© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
aanduiden (ww.) | etwas andeuten (ww.) ; etwas zeigen (ww.) |
aanduiden (werkw.) | andeuten ; bezeichnen ; zeigen |
het aanduiden | das Anweisen ; das Anzeigen |
aanduiden | andeuten ; bezeichnen ; zuteilen |
Bronnen: interglot; Wiktionary; Trueterm; Omegawiki.org
Voorbeeldzinnen met `aanduiden`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
NL: aangevenNL: aankondigenNL: aanstippenNL: aanwijzenNL: betekenenNL: iets aanwijzenNL: indicerenNL: karakteriserenNL: kenmerkenNL: merken