Vertalingen ordre FR>NL
[ɔʀdʀ]1 action de commander - bevel
'donner un ordre à ··· '
iemand een bevel geven
'donner l'ordre de sortir'
het bevel geven om te vertrekken
jusqu'à nouvel ordre
(= jusqu'à ce que ··· change la situation) - tot nader order
'Nous restons ici jusqu'à nouvel ordre.'
We blijven hier tot nader order.2 manière d'organiser, de classer des choses - ordening - volgorde - orde
'par ordre alphabétique'
in alfabetische volgorde - alfabetisch geordend3 fait de disposer, de ranger les choses - orde
'mettre une pièce en ordre'
een kamer op orde brengen
'mettre de l'ordre dans ses papiers'
zijn papieren ordenen/in orde brengen
'être en ordre'
in orde zijn
avoir de l'ordre
(= ranger les choses à leur place, être organisé) - ordelijk zijn4 ensemble de lois qui règlent la société - orde
'l'ordre public'
de openbare orde
'le maintien de l'ordre'
de handhaving van de (openbare) orde5 rentrer dans l'ordre
redevenir normal - weer normaal worden6 nature de ··· , catégorie - categorie
'C'est du même ordre.'
Dat is van dezelfde aard.© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
ordre (m) | de ordelijkheid (v) ; de rangschikking (v) ; de rangorde ; de rang (m) ; de properheid (v) ; het peil ; de organisatie (v) ; de order ; de ordening (v) ; de regelmaat ; de opstelling (v) ; de opgeruimdheid (v) ; de opeenvolging (v) ; de opdracht ; de opbouw (m) ; de onberispelijkheid (v) ; het niveau ; de netheid (v) ; de samenstelling (v) ; de schikking (v) ; de slag (m) ; smetteloosheid (znw.) ; de specialisatie (v) ; het specialisme ; de stand (m) ; de structuur (v) ; het systeem ; de taak ; het vakgebied ; de volgorde (v) ; het voorschrift ; welgemanierdheid (znw.) ; de welvoeglijkheid (v) ; maatschappelijke klasse (znw.) ; de aaneenschakeling (v) ; de aanwijzing (v) ; het arrangement ; de betamelijkheid (v) ; het bevelschrift ; de commando (m) ; het consigne ; het dwangbevel ; het fatsoen ; het gebod ; het gelid ; de graad (m) ; de hiërarchie (v) ; de indeling (v) ; de instructie (v) ; de keurigheid (v) ; klasse (znw.) ; de fatsoenlijkheid (v) |
le ordre | de orde |
ordre | bestelling ; besturingssignaal ; beursorder ; commando ; klasse ; onderscheidingsteken ; orde ; order ; ordeteken ; signaal ; volgorde ; bestel |
Bronnen: interglot; Omegawiki.org; Download IATE, European Union, 2017.; ICT-Woordenboek
Voorbeeldzinnen met `ordre`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
FR: agencementFR: aménagementFR: arrêtéFR: classeFR: commandementFR: consigneFR: corpsFR: directiveFR: disciplineFR: dispositionUitdrukkingen en gezegdes
FR: avoir de l'
ordre
NL: netjes zijnFR: ordre du jour
NL: agenda, dagorderFR: ordre monastique
NL: kloosterordeFR: mot d'
ordre
NL: wachtwoordFR: porter un militaire à l'
ordre du jour
NL: een militair eervol vermeldenFR: rentrer dans l'
ordre
NL: weer tot rust komen, op zijn pootjes terecht komenFR: faire rentrer dans l'
ordre
NL: weer in het gareel brengenFR: de premier
ordre
NL: eersterangsFR: je suis à vos
ordres
NL: ik ben tot uw dienstFR: billet à
ordre
NL: orderbriefjeFR: les trois
ordres
NL: de drie standen