Vertalingen avantage FR>NL
[avɑ̃taʒ]1 ce qui rend supérieur - voordeel
'avoir l'avantage d'être jeune'
het voordeel hebben jong te zijn2 supériorité - overwicht
'prendre l'avantage sur son adversaire'
de overhand krijgen op zijn tegenstander3 ce qui apporte un bien, un profit - voordeel
'Quels sont les avantages de cette méthode ?'
Wat zijn de voordelen van deze methode?© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
avantage (m) | de opbrengst (v) ; de zin (m) ; de winst (v) ; de waarde (v) ; het voortbrengsel ; het voordeeltje ; het voordeel ; de uitkomst (v) ; het rendement ; het profijt ; het product ; het pluspunt ; de overhand ; de oogst (m) ; de nuttigheid (v) ; het nut ; de inpasbaarheid (v) ; het gewin ; het doel ; de bruikbaarheid (v) ; de baat |
le avantage | de meerwaarde ; kracht |
avantage | baten ; voorrecht ; nut |
Bronnen: interglot; Antiquarian Dictionary; ICT-Woordenboek; Download IATE, European Union, 2017.; A.M.T.S.
Voorbeeldzinnen met `avantage`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
FR: atoutFR: aubaineFR: bénéficeFR: bienfaitFR: chanceFR: faveurFR: gainFR: intérêtFR: mériteFR: mieuxUitdrukkingen en gezegdes
FR: j'ai l'
avantage de
NL: ik heb het voorrecht, genoegen