Vertaal
Naar andere talen: • varier > DEvarier > ENvarier > ES
Vertalingen varier FR>NL
[vaʀje]

1 présenter des différences - veranderen - variëren

  'Les salaires varient selon les régions.'
  De salarissen verschillen per regio.


2 rendre différent, faire changer - variëren - (af)wisselen

  'varier son alimentation'
  gevarieerd eten

© K Dictionaries Ltd.

Overige bronnen
varier (ww.) afwisselen (ww.) ; herzien (ww.) ; omruilen (ww.) ; omwisselen (ww.) ; ruilen (ww.) ; uiteenlopen (ww.) ; variëren (ww.) ; veranderen (ww.) ; verschillen (ww.) ; verwisselen (ww.) ; wijzigen (ww.) ; wisselen (ww.)
Bron: interglot


Voorbeeldzinnen met `varier`
Voorbeeldzinnen laden....


Synoniemen
FR: bigarrer
FR: changer
FR: différer
FR: diverger
FR: diversifier
FR: moduler
FR: osciller