Vertaal
Naar andere talen: • traînailler > DEtraînailler > ENtraînailler > ES
Vertalingen traînailler FR>NL
traînailler (ww.) aarzelen (ww.) ; druilen (ww.) ; dubben (ww.) ; hannesen (ww.) ; talmen (ww.) ; teuten (ww.) ; treuzelen (ww.) ; weifelen (ww.) ; zaniken (ww.) ; zeiken (ww.) ; zeuren (ww.)
traînailler klungelen
Bronnen: interglot; ICT-Woordenboek

Voorbeeldzinnen met `traînailler`
Voorbeeldzinnen laden....