Vertalingen sort FR>NL
[sɔʀ]1 destin - lot2 conditions de vie - lot
'être content de son sort'
met zijn lot tevreden zijn3 acte par lequel on cherche à nuire à ··· - betovering
'jeter un sort à ··· '
iemand betoveren© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
sort (m) | de beschikking (v) ; de bestemming (v) ; de geadresseerde ; het levenslot ; het lot ; de noodlot ; ongelukkig lot (znw.) ; de toverspreuk (v) |
Bronnen: Wikipedia; interglot
Voorbeeldzinnen met `sort`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
FR: destinataireUitdrukkingen en gezegdes
FR: faire un
sort à
NL: bekend maken, (spreektaal) soldaat makenFR: le
sort en est jeté
NL: de teerling is geworpenFR: tirer au
sort
NL: lotenFR: jeter un
sort
NL: beheksen