Vertalingen rendez-vous FR>NL
[ʀɑ̃devu]1 rencontre prévue avec ··· - afspraak
'donner rendez-vous à ··· '
een afspraak maken met iemand
'se donner rendez-vous'
met elkaar afspreken
'prendre rendez-vous avec ··· '
een afspraak maken met iemand
'Le médecin reçoit sur rendez-vous.'
De arts ontvangt op afspraak2 lieu où l'on se rencontre - afgesproken plaats© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
rendez-vous (m) | afgesproken ontmoeting (znw.) ; de afspraak ; de liaison ; rendez-vous |
rendez-vous | rendez-vous |
Bronnen: interglot; Wikipedia; Download IATE, European Union, 2017.
Voorbeeldzinnen met `rendez-vous`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
FR: confrontationFR: entrevueFR: liaisonFR: retrouvaillesFR: réunionUitdrukkingen en gezegdes
FR: donner
rendez-vous
NL: afspreken