Vertalingen relation FR>NL
[ʀəlasjɔ̃]1 rapport entre des choses - relatie - verband
'la relation entre deux événements'
het verband tussen twee gebeurtenissen2 rapport, contact entre des personnes - relatie - betrekking
'être en relation avec ··· '
met iemand in contact staan
'une relation amoureuse'
een liefdesrelatie
'avoir de bonnes relations avec ··· '
goede betrekkingen hebben met iemand3 personne que l'on connaît - relatie - kennis
'avoir des relations'
connecties hebben4 rapports, contacts entre des groupes, des pays - betrekking - relatie
'les relations commerciales entre deux pays'
de handelsbetrekkingen tussen twee landen
'les relations internationales'
de internationale betrekkingen© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
relation (v) | bekende persoon (znw.) ; de verwantschap (v) ; het slippertje ; de schakel ; de samenhang (m) ; onderling verband (znw.) ; link (znw.) ; de liefdesbetrekking (v) ; de liaison ; de kennis (v) ; de gebondenheid (v) ; de correlatie (v) ; de bekendheid (v) ; de bekende ; de band (m) ; het avontuurtje ; het akkoord ; de affaire |
la relation | verband ; de relatie ; de betrekking |
relation | betrekking ; verhouding ; traject ; telexrelatie ; Relatie |
Bronnen: interglot; Wikipedia; Trueterm; ICT-Woordenboek; Download IATE, European Union, 2017.
Voorbeeldzinnen met `relation`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
FR: accointanceFR: amiFR: amourFR: analogieFR: commerceFR: communicationFR: connexionFR: contactFR: corrélationFR: correspondance