Vertalingen radiodiffuser FR>NL
radiodiffuser (ww.) | omroepen (ww.) ; programma uitzenden (ww.) ; rondstralen (ww.) ; uitstralen (ww.) ; uitzenden (ww.) ; zenden (ww.) |
Bron: interglot
Voorbeeldzinnen met `radiodiffuser`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
FR: diffuser