Vertaal
Naar andere talen: • diffuser > DEdiffuser > ENdiffuser > ES
Vertalingen diffuser FR>NL
[difyze]

1 transmettre à la radio, à la télévision - uitzenden

  'diffuser une émission'
  een uitzending uitzenden


2 envoyer dans toutes les directions - verspreiden

  'diffuser une lumière douce'
  een zacht licht verspreiden


3 faire connaître à de nombreuses personnes - verspreiden

  'diffuser une information'
  een bericht verspreiden

© K Dictionaries Ltd.

Overige bronnen
diffuser (ww.) uitzaaien (ww.) ; zich verspreiden (ww.) ; zenden (ww.) ; waaieren (ww.) ; verspreiden van ziekte (ww.) ; verspreiden (ww.) ; verdeler (ww.) ; verbreider (ww.) ; verbreiden (ww.) ; uitzwermen (ww.) ; uitzenden (ww.) ; uitwaaieren (ww.) ; uitstralen (ww.) ; rondstrooien (ww.) ; rondstralen (ww.) ; programma uitzenden (ww.) ; omroepen (ww.) ; heersen van griep (ww.) ; heersen (ww.) ; emitteren (ww.)
diffuser uitzenden ; verzenden
Bronnen: interglot; Download IATE, European Union, 2017.


Voorbeeldzinnen met `diffuser`
Voorbeeldzinnen laden....


Synoniemen
FR: dispenser
FR: disperser
FR: distribuer
FR: émettre
FR: propager
FR: répandre
FR: répartir
FR: retransmettre