Vertalingen automne FR>NL
[otɔn]1 saison qui est entre l'été et l'hiver - herfst - najaar
'en automne'
in de herfst© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
automne (m) | de herfst (m) ; de herfsttijd (m) ; het najaar |
Bron: interglotVoorbeeldzinnen met `automne`

Voorbeeldzinnen laden....