Vertalingen provenir FR>NL
[pʀɔvəniʀ]1 venir d'un endroit précis - afkomstig zijn (uit)
'Ces fraises proviennent de l'étranger.'
Deze aardbeien komen uit het buitenland.2 trouver son origine - voortkomen (uit)
'La fuite d'huile provient du moteur.'
De olielekkage komt uit de motor vandaan.© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
provenir (ww.) | afkomstig zijn (ww.) ; afstammen (ww.) ; ontspruiten (ww.) ; spruiten (ww.) ; stammen (ww.) ; voortkomen (ww.) ; voortspruiten (ww.) |
provenir | komen |
Bronnen: interglot; ICT-Woordenboek
Voorbeeldzinnen met `provenir`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
FR: venir de