Vertaal
Vertalingen indépendance FR>NL
[ɛ̃depɑ̃dɑ̃s]

1 fait d'être libre, de ne dépendre de personne - onafhankelijkheid - zelfstandigheid

  'Elle aime son indépendance.'
  Ze houdt van haar onafhankelijkheid.

  'déclarer l'indépendance d'un pays'
  de onafhankelijkheid van een land uitroepen

© K Dictionaries Ltd.

Overige bronnen
indépendance (v) de onafhankelijkheid (v) ; de ongebondenheid (v) ; de vrijheid (v) ; de zelfstandigheid (v)
indépendance onafhandelijkheid ; onafhankelijkheid
Bronnen: Trueterm; interglot; Download IATE, European Union, 2017.


Voorbeeldzinnen met `indépendance`
Voorbeeldzinnen laden....


Synoniemen
FR: autonomie
FR: liberté