Vertalingen porteurs FR>NL
porteurs (m) | de bestellers ; de bezorgers ; de hulpjes ; de koeriers ; de loopjongens ; rondbrengers (znw.) ; uitreikers (znw.) |
Bron: interglot
Voorbeeldzinnen met `porteurs`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
FR: messagersFR: porteur