Vertalingen parer FR>NL
[paʀe]1 décorer, embellir - mooi aankleden
'parer ··· pour une fête'
iemand mooi aankleden voor een feest[paʀe]1 éviter - afweren
'parer un coup'
een klap ontwijken© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
parer (ww.) | tooien (ww.) ; zich uitmonsteren (ww.) ; zich uitdossen (ww.) ; zich tooien (ww.) ; zich mooi maken (ww.) ; zich kleden (ww.) ; weren (ww.) ; verweren (ww.) ; verluchten (ww.) ; verfraaien (ww.) ; verdedigen (ww.) ; uitmonsteren (ww.) ; afweren (ww.) ; pareren (ww.) ; optutten (ww.) ; optuigen (ww.) ; optooien (ww.) ; opsmukken (ww.) ; opsieren (ww.) ; opschikken (ww.) ; opmaken (ww.) ; make-up aanbrengen (ww.) ; kleden (ww.) |
Bron: interglot
Voorbeeldzinnen met `parer`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
FR: doterUitdrukkingen en gezegdes
FR: parer à
NL: verhelpen, maatregelen nemen tegen