1. MWB
  2. Vertalen
  3. montrer (FR>NL)
Vertaal
Naar andere talen: • montrer > DE • montrer > EN • montrer > ES
Vertalingen montrer FR>NL
[mɔ̃tʀe]

1 faire voir - laten zien - tonen

  'montrer ··· à ··· '
  (aan) iemand iets tonen

  'montrer ··· du doigt'
  iets aanwijzen

2 faire connaître, expliquer - laten zien - uitleggen

  'montrer le maniement d'un outil'
  het gebruik van een stuk gereedschap laten zien
© K Dictionaries Ltd.

Overige bronnen
montrer (ww.) veraanschouwelijken (ww.) ; ophoesten (ww.) ; presenteren (ww.) ; publiceren (ww.) ; staven (ww.) ; tentoonstellen (ww.) ; tevoorschijn brengen (ww.) ; tevoorschijnhalen (ww.) ; tevoorschijntoveren (ww.) ; tonen (ww.) ; uitbrengen (ww.) ; openbaren (ww.) ; verschijnen (ww.) ; vertonen (ww.) ; voor de dag komen (ww.) ; voor de dag komen met (ww.) ; voor ogen brengen (ww.) ; voordedaghalen (ww.) ; voordoen (ww.) ; voorleggen (ww.) ; wijzen (ww.) ; wijzen naar (ww.) ; offreren (ww.) ; aan het licht komen (ww.) ; aanbieden (ww.) ; aanduiden (ww.) ; aangeven (ww.) ; aanschouwelijk maken (ww.) ; aantonen (ww.) ; attenderen (ww.) ; bewijzen (ww.) ; demonstreren (ww.) ; exposeren (ww.) ; getuigen van (ww.) ; iets aanwijzen (ww.) ; indiceren (ww.) ; laten blijken (ww.) ; laten zien (ww.)
montrer geven ; zien ; weergeven ; uitlaten ; overleggen
Bronnen: interglot; ICT-Woordenboek; Wikipedia; Antiquarian Dictionary


Voorbeeldzinnen met `montrer`
Voorbeeldzinnen laden....


Synoniemen
FR: afficher
FR: arborer
FR: découvrir
FR: dénoter
FR: dénuder
FR: désigner
FR: développer
FR: dévoiler
FR: dire
FR: enseigner

Uitdrukkingen en gezegdes
FR: montrer la corde NL: tot de draad versleten zijn
FR: montrer au doigt NL: met de vinger nawijzen
FR: montrer les talons NL: het hazepad kiezen