Vertalingen mode FR>NL
[mɔd]1 manière de vivre, de s'habiller répandue à une époque donnée - mode
'être à la mode'
in de mode zijn2 industrie des vêtements - mode-industrie
'travailler dans la mode'
in de mode-industrie werken[mɔd]1 façon de faire - wijze - manier
'mode de vie'
levenswijze/levensstijl
'mode de paiement'
betaalwijze/betalingswijze
mode d'emploi
(= indications pour l'utilisation d'un objet) - gebruiksaanwijzing© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
le mode | wijze |
mode (v) | in zwang ; liefhebberij ; manie ; de mode ; modegril ; modieus ; de modus (m) ; de tonaliteit (v) ; de toonaard (m) ; de toonsoort ; de trend (m) |
la mode | de hype |
mode | mode ; modus ; trillingswijze |
Bronnen: ICT-Woordenboek; Wikipedia; interglot; Download IATE, European Union, 2017.
Voorbeeldzinnen met `mode`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
FR: chicFR: coutumeFR: coutureFR: engouementFR: façonFR: formuleFR: goûtFR: manièreFR: modalitéFR: moeursUitdrukkingen en gezegdes
FR: mode d'emploi
NL: gebruiksaanwijzingFR: à la
mode
NL: in de modeFR: personnage à la
mode
NL: gevierd persoonFR: passé de
mode
NL: uit de mode