Vertaal
Naar andere talen: • logeur > DElogeur > ENlogeur > ES
Vertalingen logeur FR>NL
logeur (m) de hospes (m) ; de huisbaas (m) ; de huisheer (m) ; huurbaas (znw.) ; de kamerverhuurder (m) ; logementhouder (znw.)
Bron: interglot


Voorbeeldzinnen met `logeur`
Voorbeeldzinnen laden....


Synoniemen
FR: aubergiste