Vertalingen insuffisance FR>NL
[ɛ̃syfizɑ̃s]1 manque, ce qui ne suffit pas - ontoereikendheid - tekort
'l'insuffisance des moyens'
het tekort aan middelen / de ontoereikendheid van de middelen[ɛ̃syfizɑ̃s]1 manque, ce qui ne suffit pas - ontoereikendheid - tekort
'l'insuffisance des moyens'
het tekort aan middelen / de ontoereikendheid van de middelen© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
insuffisance (v) | de deficit ; het gebrek ; de incompetentie (v) ; het manco ; de onbekwaamheid (v) ; de ongeschiktheid (v) ; de ontoereikendheid (v) ; het tekort |
insuffisance | gebrek ; gebrekkigheid ; insufficiëntie ; tekort |
Bronnen: interglot; Download IATE, European Union, 2017.
Voorbeeldzinnen met `insuffisance`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
FR: inaptitude