Vertalingen instrument FR>NL
[ɛ̃stʀymɑ̃]1 objet utilisé comme outil - instrument
'un instrument de mesure'
een meetinstrument
instrument de musique
(= objet dont on se sert pour produire de la musique) - een muziekinstrument[ɛ̃stʀymɑ̃]1 objet utilisé comme outil - instrument
'un instrument de mesure'
een meetinstrument
instrument de musique
(= objet dont on se sert pour produire de la musique) - een muziekinstrument© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
| instrument (m) | het gerei ; de werktuigen ; de werktuig (m) ; de toestel (m) ; het muziekinstrument ; de instrumenten ; de instrument ; het hulpmiddel ; handwerktuig (znw.) ; de gereedschappen ; de gereedschap ; de apparatuur (v) ; het apparaat |
| le instrument | het instrumentarium |
| instrument | gereedschap ; werktuig ; vlieginstrument ; instrument |
Bronnen: interglot; Omegawiki.org; Wikipedia; ICT-Woordenboek; Download IATE, European Union, 2017.
Voorbeeldzinnen met `instrument`
Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
FR: machineUitdrukkingen en gezegdes
FR: instrument à cordes
NL: strijkinstrumentFR: instrument à vent
NL: blaasinstrument
