Vertaal
Naar andere talen: • horreur > DEhorreur > ENhorreur > ES
Vertalingen horreur FR>NL
[ɔʀœʀ]

1 violent sentiment de peur ou de dégoût - afschuw - afgrijzen

  'pousser un cri d'horreur'
  een kreet van afschuw slaken


2   avoir horreur de
détester - een afschuw hebben van

  'Il a horreur de la violence.'
  Hij heeft een afschuw van geweld.


3 ce qui est horrible - afschuwelijkheid - gruwelijkheid

  'l'horreur d'un crime'
  de gruwelijkheid van een misdaad

  'un film d'horreur'
  een griezelfilm

© K Dictionaries Ltd.

Overige bronnen
horreur (v) de afschuwelijkheid (v) ; de akeligheid (v) ; de beroerdheid (v) ; de ellendigheid (v) ; de engerd (m) ; de griezel (m) ; het griezeltje ; de gruwel (m) ; iets wat afschuw opwekt (znw.) ; verfoeilijkheid (znw.) ; de verschrikking (v) ; de viesheid (v) ; walgelijkheid (znw.)
horreur doorn
Bronnen: interglot; Trueterm


Voorbeeldzinnen met `horreur`
Voorbeeldzinnen laden....


Synoniemen
FR: abomination
FR: atrocité
FR: crime
FR: détestation
FR: effroi
FR: épouvante
FR: exécration
FR: haine
FR: infamie
FR: monstruosité

Uitdrukkingen en gezegdes
FR: avoir en horreur NL: een afschuw hebben van
FR: être en horreur NL: verafschuwd worden
FR: quelle horreur! NL: wat afschuwelijk!