Vertaal
Naar andere talen: • folâtrer > DEfolâtrer > ENfolâtrer > ES
Vertalingen folâtrer FR>NL
folâtrer (ww.) ravotten (ww.) ; robbedoezen (ww.) ; stoeien (ww.) ; wild rennen (ww.) ; wild spelen (ww.) ; zich uitleven (ww.)
Bron: interglot


Voorbeeldzinnen met `folâtrer`
Voorbeeldzinnen laden....


Synoniemen
FR: badiner
FR: batifoler
FR: ébattre
FR: ébrouer
FR: jouer
FR: marivauder
FR: papillonner
FR: plaisanter