Vertalingen fini FR>NL
[finɛs]1 terminé - afgelopen - beëindigd - voorbij
'L'été est fini.'
De zomer is voorbij.© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
fini (m) | kapot |
fini | gedaan ; voorbij ; voltooid ; volmaakt ; voleindigd ; volbracht ; uit ; perfect ; over ; klaar ; gereed ; gepleegd ; geëindigd ; gecompleteerd ; gaar ; foutloos ; eruit ; doorgekookt ; beëindigd ; afgerond ; afgelopen ; afgedaan ; af ; eindig ; weg met ; gedaan met ; finish |
Bronnen: Wikipedia; interglot; ICT-Woordenboek; Download IATE, European Union, 2017.
Voorbeeldzinnen met `fini`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
FR: accompliFR: achevéFR: bornéFR: condamnéFR: consomméFR: cuitFR: définiFR: limitéFR: mortFR: perdu