Vertalingen ficeler FR>NL
[fisle]1 attacher avec de la ficelle - vastbinden
'ficeler un colis'
een pakje dichtbinden© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
ficeler (ww.) | afbinden (ww.) ; afsnoeren (ww.) ; bevestigen (ww.) ; binden (ww.) ; dichtbinden (ww.) ; knevelen (ww.) ; knopen (ww.) ; strikken (ww.) ; toebinden (ww.) ; vastbinden (ww.) ; vastleggen (ww.) ; vastmaken (ww.) ; vastzetten (ww.) ; verbinden (ww.) ; verzekeren (ww.) |
ficeler | bundelen |
Bronnen: interglot; Download IATE, European Union, 2017.
Voorbeeldzinnen met `ficeler`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
FR: attacherFR: rélier