Vertalingen exploser FR>NL
[ɛksplɔze]1 éclater - ontploffen - exploderen
'La bombe a explosé.'
De bom is ontploft.2 s'exprimer avec force - uitbarsten
'Elle a explosé de joie.'
Haar vreugde barstte uit.3 se développer rapidement - de hoogte in schieten
'Les cours de la Bourse ont explosé.'
De beurskoersen schoten de hoogte in.© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
| exploser (ww.) | aan stukken springen (ww.) ; exploderen (ww.) ; klappen (ww.) ; laten exploderen (ww.) ; ontploffen (ww.) ; opblazen (ww.) ; ploffen (ww.) ; springen (ww.) ; uit elkaar spatten (ww.) ; uit elkaar springen (ww.) ; uiteenspatten (ww.) |
| exploser | doen exploderen ; een explosieve groei kennen ; ontploffen ; springen |
Bronnen: interglot; Download IATE, European Union, 2017.; ICT-Woordenboek
Voorbeeldzinnen met `exploser`
Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
FR: déborderFR: détonerFR: éclaterFR: sauter
